Karel deel 44
‘Heeft U misschien een plekje in de herberg?’ vroeg ik wat onzeker aan de mensen die de deur openden.
Mijn teddybeer stak haar kop en armen vol verwachting uit mijn favoriete vest waar ze tussen de ritssluiting hing.
Een man en een vrouw, beiden met prachtige witte haren stonden in de deuropening.
‘Zeker hebben wij een plekje, kom verder’ reageerden ze enthousiast.
Dit waren beslist geen kannibalen, hij zou medicijnman kunnen zijn van een oude indianenstam maar zeker niet van een bloeddorstige soort.
Hij nam mijn bodywarmer en das aan.
In de kamer, werd ik onmiddellijk verliefd op een enorme boekenkast en werd ik voorgesteld aan kinderen en kleinkinderen.
Ik stelde mijn teddybeer voor en zette haar op de leuning van de bank.
‘Hoe? Hoe heet je teddybeer?’ vroeg een dochter, waar uit ik opmaakte dat ze me niet goed had verstaan
‘Setie’ zei ik nogmaals.
‘Juist ja.’
‘Wat wil je drinken?’ vroeg de vrouw des huizes.
‘Een biertje zou lekker zijn’ zei ik.
‘We hebben er maar één’ zei ze bijna verontschuldigend.
‘Eén is genoeg, ik moet straks rijden.’
‘Wie wil er nog thee?’ vroeg ze aan de anderen.
‘Wij gaan straks aan de wijn hoor ’ stelde ze mij gerust.
‘Gelukkig’ fluisterde mijn teddybeer.
Ik kneep haar in d’r zij.
‘Ik heb toch niet voor niets mijn drinkjurk aan’ fluisterde mijn teddybeer opnieuw.
Ik zette haar op mijn knie en keek haar bestraffend aan.
‘Gaat je teddybeer altijd mee’ vroeg iemand.
‘Ja, behalve naar de kroeg, dat is geen plek voor beren’ zei ik.
We voerden een gesprekje over de vindbaarheid van hun adres, ik had er niet veel moeite mee gehad dankzij een uitgeprinte route.
‘We gaan gourmetten’ zei een dochter.
‘Lekker’ zei ik.
Ze verdween met haar moeder in de keuken.
Op een zeker moment had ik de boekenkast voor mezelf, heerlijk.
Vanuit een ooghoek zag ik de gastheer een fles wijn openen, ik glimlachte naar hem.
‘Ook een wijntje bij het eten?’ vroeg hij.
‘Graag’ zei ik.
Aan tafel was het een gezellige bedoening.
Ik at mijn buik rond, de zelfgemaakt knoflooksaus zal alle biertjes die ik deze week zal drinken doodslaan maar was verrukkelijk.
Ik bezondigde mij aan een aantal glazen water om elk risico van een bekeuring uit te sluiten.
Om half elf besloot ik op te stappen, ik bedankte mijn gastvrouw en gastheer voor het warm onthaal.
Ze liepen mee naar buiten en zwaaiden me uit.
Hij met z’n arm om haar heen.
De liefde straalt van die man af.
De vrouw had ik in een mailtje gezegd dat ik onder de indruk was van haar liefheid.
Thuis was Karel blij dat we terug waren én er was een mail van ze.
‘Liefs en tot volgende keer’ stond eronder.
Er is geen twijfel mogelijk, lieve mensen bestaan nog.
Omdat ik zo lekker gegeten heb, wil ik ook graag een bordje eten kado doen.
Jullie ook?
Even op deze link klikken graag http://www.voedselhulp.nl je mag elke dag een bordje eten weggeven dus zet hem vooral bij je favorieten.
Wordt vervolgd.
drie reacties
Ha die Bas en Setie,
De boeken en de wijn worden wekelijks aangevuld en met de biertjes komt het ook wel goed in 2007! We kijken uit naar een volgende knoflooksessie met jullie,
Liefs van de man en de vrouw met de witte haren
Nog even dit: het woord ‘wijntje’ heb ik de man met de witte haren nog nooit horen uitspreken. Hij noemt wijn gewoon ‘wijn’ en dan bedoelt hij ‘sloten wijn’. “Wil je wijn bij het eten?” vroeg hij. Vrije weergave van de gebeurtenissen is goed, maar ik wil wel mijn eigen vent blijven herkennen. Kus van de gastvrouw met de witte haren.
tuurlijk bestaan er nog goeie en lieve mensen. leuk, zo,n contact.