Karel deel 24
Karel zat nieuwsgierig naar buiten te kijken, ik had de mand waar hij in zat op de hoedenplank gezet, en opende de achterklep.
Onderweg had hij geen geluid gemaakt, hij leek het wel best te vinden.
Binnen liet ik hem uit de mand, hij leek direct op zijn gemak.
Hij liep parmantig met z’n staart omhoog door de kamer, snuffelde in de grote wasmachinekast aan de kattenbak en in de keuken nam hij een paar brokjes en een slokje water.
Ik volgde hem overal, toen we weer terug kwamen in de kamer tikte hij tegen een pingpongbal en maakte gekke bokkensprongen.
Ik ging op de grond zitten en aaide hem, ik liet zijn staart tussen mijn vingers doorgaan, nog steeds dat knikkie, we speelden tot de telefoon ging.
Ik stond op.
Het bleek de fysiotherapeut, of ik een uurtje eerder kon komen want hij moest zelf naar de tandarts.
Dat kon, Karel liep met me mee naar de deur.
‘Nee vriend je kan niet mee naar de peut’ zei ik terwijl ik terugliep naar de kamer en een pingpongbal opraapte.
We liepen weer samen naar de deur, ik gooide de pingpongbal, hij sprintte erachteraan, ik trok snel de deur achter me dicht.
‘Verdomme je doet me pijn’ zei ik tegen Jacques.
‘Niet zeuren, het is voor een goed doel’ was zijn onverbiddelijke antwoord.
Toen ik weer naar buiten liep bij de peut stond er een schattig jochie voor de deur.
Ik schatte hem op een jaartje of vier.
‘Niet verder lopen’ hoorde ik zijn moeder roepen.
Ze wurmde haar fiets tussen het hek van de kinderboerderij door, voorop de fiets een bakje met daarin haar andere kind
‘Hoe heet jij?’ vroeg ‘ie.
‘De Boer’ zei ik. ‘En hoe heet jij?’
‘Maurits’ zei hij.
‘Er is ook een prins die Maurits heet’ zei ik.
‘Wie is dat dan?’ vroeg hij.
‘Dat is een zoon van de koningin of van haar zus, dat weet ik eigenlijk niet precies.’
‘Waar woont die dan?’
‘In een paleis.’
‘Wat is een paleis.’
‘Een soort kasteel geloof ik.’
Z’n moeder stond inmiddels bij ons.
‘Een paleis is toch net zoiets als een kasteel, hij weet niet wat een paleis is’ zei ik.
Z’n moeder was het met me eens.
‘Een Prins woont in een paleis
‘Dus als je gaat spelen kan je doen alsof je Prins Maurits bent’ zei ik tegen hem.
‘Nee, ik ben een ridder hoor, ik woon in een kasteel’ zei hij beledigt.
‘Oh, maar natuurlijk, neem me niet kwalijk’ zei ik geschrokken.
‘En papa ook en Robin’ hij wees op z’n broertje.
‘En dan kan mama wel koningin zijn’ besliste hij.
‘Maar natuurlijk’ beaamde ik.
‘Ja papa’s zijn meestal sterke ridders hè?’
‘Ja en Robin ook hoor’ zei hij terwijl hij in het karretje klom.
‘Ik ga aan de wandel, dag allemaal’ zei ik.
‘Dag’ zei z’n moeder met een vriendelijke glimlach, hij had het al te druk met z’n broertje.
Ik liep de straat uit en hoek om, ik wilde net bij de supermarkt naar binnen gaan toen ik ze langs zag fietsen.
‘Dag ridder Maurits’ riep ik terwijl ik uitgebreid zwaaide.
Hij zwaaide uitgebreid terug.
‘Hoe heet jij ook alweer?’ hoorde ik hem nog roepen.
‘De Boer’ zei ik maar ridder Maurits was al buiten gehoorafstand.
Wordt vervolgd.
twaalf reacties
Wie recht wil gaan , moet pijn doorstaan
Tegelspreuk bij mijn fisiotherapeut
Pijn is fijn, roept hij er dan bij, zal wel persoonlijk zijn….
Ha de Boer, leuk stukkie. Over stukkie gesproken: ik neem nog maar een stuk toblerone mmmm, helpt tegen alle kwalen
Zo – een nieuwe ster in het leven van deBoer – wie weet waar dat naar toe gaat – leuk hoor, ik wacht af…
Heel herkenbaar , wij hebben ook zo`n klein rood ‘‘monstertje’‘ rond huppelen hier ……
Fijne zondag Mopperpot
Zij het volgende caatit gegeven: hele berg data en wetenschappelijke modellen die allemaal wezen in de richting van een catastrofe . Bij het caatit is geen juiste bronvermelding aanwezig. Door het ontduiken van deze bewijslast is het artikel onbetrouwbaar. Hier volgt uit dat het gebruik van het woord allemaal’ onjuist is, waardoor het caatit in dit geval niet in zijn geheel de waarheid toont. Er zijn namelijk wel degelijk wetenschappelijke modellen die niet in de richting van een catastrofe wijzen.Verder raad ik u aan om het boek Goochelen met getallen’ van Hans van Maanen eens door te nemen. Want hopelijk snapt u dan dat een aantal gepubliceerde rapporten niet correct zijn, doordat bepaalde gegevens zijn gemanipuleerd. Juist hierdoor is de discussie eigenlijk begonnen (). De waarheid is namelijk soms zo verdraaid, dat de door u beschreven sceptici’ niet meer serieus worden genomen. Het is dan ook raar dat u de boodschap van deze sceptici’ niet wetenschappelijk hebt durven onderbouwen.Verder moet de mens de rol van deze sceptici’ in de wetenschap niet vergeten.Exempli gratia.De vierkleurenstelling is in 1879 onjuist bewezen. Door een kritische wiskundige is vervolgens in 1890 de fout in het bewijs gevonden. Juist door deze sceptici’ wordt er kritisch naar de wetenschap gekeken, waardoor mogelijke fouten kunnen worden opgespoord. Ik geef u daarom het advies om voortaan uw artikelen genuanceerder weer te geven. Want de informatie die u in dit artikel geeft is in dit geval onvolledig.(): Het sluiten van een kolencentrale.
weer een leuk stukje boer harmse