Maandag 28 Augustus 2006 at 6:02 pm
Karel deel 26
De telefoon ging. Ik nam op maar kreeg niet de kans ook maar iets te zeggen.
‘Ja met mij, de kleinkinderen hebben toch vakantie?’ hoorde ik mijn vriendin direct zeggen.
Ik voelde onmiddellijk dat daar meer achter stak.
‘Ja, leuk voor ze’ zei ik ontwijkend.
‘Nou, weet je nog dat het met kerst zo leuk was?’ vroeg ze.
‘Ja, dat weet ik nog’ zei ik wat afstandelijk.
Op tweede kerstdag was haar volledige kinderschare mét hun kinderschare hier geweest.
Ze had de huiskamer omgebouwd tot filmzaal, al het zitmeubilair was in rijen opgesteld, eerste rang voor de kleinsten, tweede rang voor de iets groteren en derde en vierde rang voor de volwassenen, ik mocht helemaal achteraan zitten én de baas spelen over mijn eigen afstandsbedieningen, wat een feest, ik had tóch nog iets te vertellen.
Ze had gezorgd voor popcorn in de pauze, twee smaken, zoet én zout.
Ik ben een zoetbek en zij houdt meer van hartige lekkernijen.
Ze had het allemaal prima geregeld, ook het kerstdiner was weer uitmuntend geweest, zelfs de afwas, ik had er niet eens naar mogen kijken.
Regeldingen kon je met een gerust hart aan haar overlaten.
‘Nou, ik dacht eigenlijk, misschien kunnen we zoiets nog wel eens doen en omdat ze nu vakantie hebben leek morgen mij wel leuk’ hoorde ik haar zeggen.
Ik schrok me rot, dat was wel erg snel.
Ik heb tegenwoordig de behoefte mij een beetje te kunnen voorbereiden op dingen die gaan gebeuren.
Vooral als het om een gebeurtenis gaat waar veel mensen bij betrokken zijn.
Vier is vaak veel, vijf erg veel, zes is massaal, ik geef maar effe een voorbeeldje.
‘Wat denk je ervan?’ zei mijn vriendin aan de andere kant van de telefoon.
Ik slikte en zei: ‘Kan het niet aan het eind van de week?’
‘Nee dat kan niet want dan hebben ze allemaal al wat anders te doen? Ik zit nu bij de jongste en we hebben alles al uitgezocht, de oudste moet dan al naar school’ zei ze.
Ja natuurlijk, kinderen tussen twee en twaalf jaar hebben tegenwoordig zéér volle agenda’s, dacht ik.
‘We weten ook al welke film we gaan kijken, die film die jij ook zo graag wil zien, Madagascar, met die beesten.’
De slijmerd, dacht ik met een glimlach, ze wist dat ik die film al had geprobeerd te huren, toen was ik net te laat en daarna was het er niet meer van gekomen.
‘Die is toch niet geschikt voor de jongste twee?’ vroeg ik.
‘Nee, dat niet maar die moeten toch ook nog slapen ’s middags dus dat is geen probleem’ zei ze vol overtuiging.
Met kerst hadden ze ook geslapen dus dat moest wel kunnen eigenlijk.
‘Nou, beslis nou even wat je wil’ begon ze aan te dringen, alsof het plan van mij kwam.
Het was echt gezellig geweest met kerst en ze gingen redelijk bijtijds naar huis want die kotertjes moesten natuurlijk ook op tijd in bed liggen.
Ze waren nu maar acht maanden ouder dus zouden ze vast nog niet langer mogen opblijven.
‘Nou goed, laat maar komen die handel’ zei ik zuchtend.
‘Dat word een drukke dag jongen’ zei ik tegen Karel terwijl ik hem optilde.
Wordt vervolgd.
Bassie -
-
#
Zondag 20 Augustus 2006 at 6:59 pm
Karel deel 25
‘Heb er iemand een zwemvest voor me?‘ zei ik toen ik druipend van de regen het café binnenstapte.
De aanwezigen schoten in de lach.
‘Heb je geen parapluutje dan?’
‘Jullie weten toch wat voor sukkel ik ben, geef mij effe een handdoekje Frans.’
Ik droogde mijn gezicht af en hing mijn doorweekte overhemd over een barkruk.
Ook m’n T-shirt was nat maar om nou in m’n nakie te gaan zitten ging me net iets te ver.
‘Ja ik heb er wel één maar die was ik natuurlijk vergeten, ik heb een hele tijd onder die luifel gestaan tegenover de tramhalte.
Het bleef maar regenen, er liep een vrouwtje met een prachtige paraplu voorbij, een hele grote met allemaal mooie kleuren, ik zei tegen haar: Ik geef vijf euro voor je paraplu en stak mijn hand uit met vijf gestrekte vingers.
Ze schudde haar hoofd en liep door.
Verschillende voorbijgangers gevraagd of ze hun plu wilden verkopen maar geen mens die hem kwijt wilde.
Stelletje egoïsten’ mopperde ik.
‘Ik had daar nog drie dagen kunnen staan want het hield maar niet op, uiteindelijk besloot ik om van portiek naar portiek te rennen, ik baal als een stekker want ik was onderweg naar de Zeedijk, de hartjesdagen zijn bezig, hartstikke gezellig is het dan maar ik sla dit jaar over.
Geen doen met dit weer, jammer hoor.
Gisteren was ik er met een goeie vriendin, een tijd op het terras op de Nieuwmarkt gezeten.
Lekker ouwehoeren met allerlei mensen, de sfeer is heel gemoedelijk.
Mensen laten mekaar in hun waarde, dat is prachtig om mee te maken, zo zou het altijd moeten zijn.
Later zijn we bij de Vivelavie terecht gekomen waar we in gesprek raakten met een paar aardige meiden.
Het toeval wilde dat de eigenaresse vlak voor mij naar binnen liep.
Al snuivend, mijn neus in de lucht, liep ik achter haar aan.
Wat een lekker luchtje heb je op zeg’ zei ik tegen haar.
‘Dat is Opium’ zei ze vriendelijk.
‘Zie je wel, ik heb het altijd al geweten, ik ben gewoon een ouwe junk’ zei ik terwijl ik rechtsaf sloeg naar het toilet.
Jammer maar ook toen begon het te regenen, we zijn binnen gaan zitten waar het ook erg gezellig was met de trouwe barkeeper, die werkt er ondertussen al achttien jaar.
Onderweg naar huis zijn we nog gestruikeld bij Café Prik, een splinternieuwe gay café waar iedereen welkom, twee jongens zijn de trotse eigenaars, het café is modern ingericht maar heeft een huiselijke uitstraling mede door het aquarium en het meubilair, we zaten lekker onderuitgezakt op een bank te genieten van ons drankje.
Heerlijk relaxed, echt een aanrader.
Om niet helemaal voor nachtbraker uitgemaakt te worden zijn we met de laatste bus toch maar naar huis gegaan.
Mijn bus vertrok iets eerder, we zwaaiden naar elkaar.
Onvoorstelbaar hoe sommige mensen zich kunnen vermaken tijdens zo’n busrit, tegenover mij zat een mevrouw met een haakwerkje.
De haaknaald ging razendsnel heen en weer.
‘Wat maakt U?’ vroeg ik haar.
‘Een petje voor mijn kleinzoon.’
Even wenste ik dat ik zo’n oma had.
Thuis knuffelde ik Karel,gaf hem nog wat kattensnoepjes en kroop in bed.
‘Wat ben jij lekker warm’ zei ik tegen mijn teddybeer.
‘Hm, Karel is net weg’ zei ze terwijl ze in m’n nek kroop.
Ik voelde hoe Karel op bed sprong.
‘Hij is weer terug’ zei ik met slaperige stem.
Wordt vervolgd.
Bassie -
-
#
Dinsdag 08 Augustus 2006 at 11:20 am
Karel deel 24
Karel zat nieuwsgierig naar buiten te kijken, ik had de mand waar hij in zat op de hoedenplank gezet, en opende de achterklep.
Onderweg had hij geen geluid gemaakt, hij leek het wel best te vinden.
Binnen liet ik hem uit de mand, hij leek direct op zijn gemak.
Hij liep parmantig met z’n staart omhoog door de kamer, snuffelde in de grote wasmachinekast aan de kattenbak en in de keuken nam hij een paar brokjes en een slokje water.
Ik volgde hem overal, toen we weer terug kwamen in de kamer tikte hij tegen een pingpongbal en maakte gekke bokkensprongen.
Ik ging op de grond zitten en aaide hem, ik liet zijn staart tussen mijn vingers doorgaan, nog steeds dat knikkie, we speelden tot de telefoon ging.
Ik stond op.
Het bleek de fysiotherapeut, of ik een uurtje eerder kon komen want hij moest zelf naar de tandarts.
Dat kon, Karel liep met me mee naar de deur.
‘Nee vriend je kan niet mee naar de peut’ zei ik terwijl ik terugliep naar de kamer en een pingpongbal opraapte.
We liepen weer samen naar de deur, ik gooide de pingpongbal, hij sprintte erachteraan, ik trok snel de deur achter me dicht.
‘Verdomme je doet me pijn’ zei ik tegen Jacques.
‘Niet zeuren, het is voor een goed doel’ was zijn onverbiddelijke antwoord.
Toen ik weer naar buiten liep bij de peut stond er een schattig jochie voor de deur.
Ik schatte hem op een jaartje of vier.
‘Niet verder lopen’ hoorde ik zijn moeder roepen.
Ze wurmde haar fiets tussen het hek van de kinderboerderij door, voorop de fiets een bakje met daarin haar andere kind
‘Hoe heet jij?’ vroeg ‘ie.
‘De Boer’ zei ik. ‘En hoe heet jij?’
‘Maurits’ zei hij.
‘Er is ook een prins die Maurits heet’ zei ik.
‘Wie is dat dan?’ vroeg hij.
‘Dat is een zoon van de koningin of van haar zus, dat weet ik eigenlijk niet precies.’
‘Waar woont die dan?’
‘In een paleis.’
‘Wat is een paleis.’
‘Een soort kasteel geloof ik.’
Z’n moeder stond inmiddels bij ons.
‘Een paleis is toch net zoiets als een kasteel, hij weet niet wat een paleis is’ zei ik.
Z’n moeder was het met me eens.
‘Een Prins woont in een paleis
‘Dus als je gaat spelen kan je doen alsof je Prins Maurits bent’ zei ik tegen hem.
‘Nee, ik ben een ridder hoor, ik woon in een kasteel’ zei hij beledigt.
‘Oh, maar natuurlijk, neem me niet kwalijk’ zei ik geschrokken.
‘En papa ook en Robin’ hij wees op z’n broertje.
‘En dan kan mama wel koningin zijn’ besliste hij.
‘Maar natuurlijk’ beaamde ik.
‘Ja papa’s zijn meestal sterke ridders hè?’
‘Ja en Robin ook hoor’ zei hij terwijl hij in het karretje klom.
‘Ik ga aan de wandel, dag allemaal’ zei ik.
‘Dag’ zei z’n moeder met een vriendelijke glimlach, hij had het al te druk met z’n broertje.
Ik liep de straat uit en hoek om, ik wilde net bij de supermarkt naar binnen gaan toen ik ze langs zag fietsen.
‘Dag ridder Maurits’ riep ik terwijl ik uitgebreid zwaaide.
Hij zwaaide uitgebreid terug.
‘Hoe heet jij ook alweer?’ hoorde ik hem nog roepen.
‘De Boer’ zei ik maar ridder Maurits was al buiten gehoorafstand.
Wordt vervolgd.
Bassie -
-
#