Maandag 21 Mei 2007 at 12:31 am
Karel deel 65
Twee uur later belde Ad, hij had overlegd met iemand en die wist absoluut zeker dat het rode lampje te maken had met de kilometerteller en verder niet met levensgevaarlijke ontbrekende onderdelen of wat dan ook.
De man was een echte automonteur, hij had zelfs een garage, dat wekte vertrouwen.
Ad had gevraagd of hij wilde helpen, dat wilde hij wel maar pas eind van de week had hij tijd.
Ik zuchtte en ging akkoord.
Woensdag, in de vooravond tikte mijn bovenbuurvrouw bij me aan, of dat rode autootje van mij was, dat was het, de lichten stonden nog aan.
Ik vloekte en sprong met vijf treden tegelijk naar beneden, Karel kwam achter me aan, de trap af, vertelde de buurvrouw later, zij had hem naar binnen gebracht.
Ik draaide de lichten uit en bleef buiten adem in de auto zitten.
Zaterdag zat ik ‘s morgens om kwart over negen in het café omdat Ad me op vrijdagavond een sms had gestuurd met de mededeling dat De Man tijd had, we konden om tien uur bij hem terecht.
Ik zat aan een lekkere cappucino toen Ad z’n telefoon ging, zijn gezicht betrok.
De moeder van De Man was onverwacht ontslagen uit het ziekenhuis en hij moest haar eerst ophalen, om twaalf uur konden we komen.
Om elf uur zei Ad dat ‘ie even een boodschap ging doen, de moed zonk mij in de schoenen, ik kon het hem moeilijk verbieden.
Ik vertrouwde hem wel maar zag onmiddellijk dat hij ergens met pech zou staan, hij stelde me gerust, hij ging op de fiets.
Om half twaalf was hij nog niet terug, Ad komt nú aanfietsen, zei ik tegen een tafelgenoot.
Zij keek op van de krant, visualiseren, zei ze.
Inderdaad, zei ik en grijnsde.
Tot mijn grote opluchting kwam hij inderdaad twee minuten later aanfietsen.
Ik sprong op en liep naar buiten.
We gaan, zei Ad.
We gaan, zei ik.
Na een ritje van een haf uur waren we bij De Man,
Ad stapte uit om een groot hek te openen, ik reed het terrein op.
De Man straalde vakkennis uit, dat was prettig.
Ad had zich al meerder keren verontschuldigd voor het uit hand lopen van het hele avontuur.
Ik kon niet anders dan hem vergeven, hij had het ook allemaal niet zo gewild, dat wist ik echt wel.
De Man ging aan de slag, het bleek een hele klus en naarmate de tijd verstreek zag ik in gedachten de rekening oplopen.
Drieënhalf uur later deed de kilometerteller het weer maar voor de dashboardverlichting en het waarschuwingspiepertje moest hij me toch echt doorverwijzen naar een heuse auto-elektricien, daar had hij geen tijd meer voor want z’n vrouw wilde dat hij meeging om boodschappen te doen.
Ik kon hem geen ongelijk geven.
Ietwat onzeker vroeg hoeveel ik hem moest betalen.
Doe maar een pakkie shag, zei hij.
Ik kon hem wel zoenen maar deed het niet.
Ik gaf hem tien euro, da’s twee pakkies shag, zei De Man.
Ik bedankte hem nog een paar keer en we spraken af dat ik hem binnenkort bel voor een afspraak met de auto-elektricien.
Ik dropte Ad bij het café en ging naar huis.
Thuis keken Karel en ik tv.
Wordt vervolgd.
Bassie -
-
#
Maandag 14 Mei 2007 at 11:05 pm
Karel deel 64
De volgende avond pas haalde ik het koffiemolentje bij de kroeg vandaan, Arie stond in de deuropening maar ik liet me niet verleiden tot het drinken van een biertje.
Dat was moeilijk geweest want het was nog lekker weer, de zon scheen nog én er zaten gezellige mensen op het terras.
Tot mijn spijt had ik een afspraak, die ik niet kon verzetten.
Ik zette de muziek op het hoogste volume en zwaaide toen ik wegreed.
Ik parkeerde vlak voor de deur van het gebouw waar ik moest zijn en duwde tegen het kunststof flapje van de radio waardoor het kaartje naar buiten kwam.
Ik stak het kaartje in mijn kontzak.
De avond verliep een beetje saai, de bijeenkomst waar ik heen was bracht me niet de informatie waar ik naar op zoek was.
Toen ik na afloop in de auto stapte, startte en het licht aandeed, bleek het licht van het dashboard niet werken.
Ik deed de lichten uit en weer aan, geen dashboardverlichting.
Aan de auto die voor me geparkeerd stond kon zien dat mijn richtingaanwijzers wel werkten, ook het grootlicht functioneerde, net als het dimlicht.
In de spiegel kon ik zien dat ook het remlicht en de richtingaanwijzers achter naar behoren werkten.
Alleen het dashboard dus niet, het zou vast aan een zekering liggen, Arie zou dat wel weten.
Ik haalde het kaartje uit mijn zak en duwde het in de radio, de muziek schalde uit de luidsprekertjes, ik zette het volume wat zachter.
Ik reed naar huis, het was een beetje lastig want ik kon dus ook niet goed zien hoe hard ik reed, ik sukkelde maar wat met de andere weggebruikers mee en bleef uit angst om een bekeuring op te lopen krampachtig op de rechterbaan.
De volgende dag belde ik Arie, hij zou Ad bellen.
Ad belde mij, ik vertelde hem wat er aan de hand was.
Als ik de auto de volgende middag bij Arie z’n loods zou neerzetten zou hij kijken wat er mis was gegaan met de bedrading.
Zo gezegd, zo gedaan.
Toen ik aan het eind van die zonnige middag de sleutel bij Arie ophaalde vertelde hij dat Ad dacht dat het weer in orde was maar vanwege de zon het niet echt goed kon zien.
Arie had vertrouwen in Ad, ik ook.
Ook die avond had ik een afspraak, toen ik ’s avonds thuiskwam, de auto parkeerde en uitstapte zag ik dat de autolichten nog aan waren, ik liep terug en merkte toen pas, toen ik de deur open deed, dat het piepertje wat daarvoor moest waarschuwen niet meer werkte.
De volgende dag belde ik Ad.
Hij had het nogal druk, of ik een paar dagen geduld had.
Dat had ik, ik kon moeilijk anders.
Vrijdagavond kreeg ik een sms van Ad, zaterdag had ‘ie tijd, ik ook.
Ik dropte het koffiemolentje bij Arie en ging in de kroeg zitten om de heerlijke dikke zaterdagkranten te lezen.
Een paar uur later kwamen Arie en Ad binnen, ze hadden geen oplossing kunnen vinden en het was toch zaterdag, dus voor nu was het wel genoeg, volgende week verder.
Ik nam gelaten genoegen met hun voorstel en ging naar huis.
Zondag haalde ik het karretje bij Arie weg, ik reed de snelweg op om naar een vriendin te gaan, tot mijn stomme verbazing bleek de kilometerteller niet meer te werken, nu kon ik zelfs overdag niet meer zien hoe hard ik reed.
Tot overmaat van ramp ging vlak voor de tunnel het rode lampje “check engine” op het dashboard branden.
Het zweet brak me uit, ik scheet bagger in die tunnel en haalde zeer opgelucht adem toen ik er weer uitreed.
Wat moest ik doen, ik was geen lid van de wegenwacht, die auto aan de kant zetten en langs de snelweg gaan lopen vond ik geen aantrekkelijk idee.
Ik besloot door te rijden.
Met zweet in mijn handen kwam ik bij de vriendin aan.
Ik belde Arie, hij zat nog in het café maar Ad was al weg vertelde hij, ik hoefde me geen zorgen te maken, hij ging wel effe bellen.
Ik dronk koffie met de vriendin en besloot het oliepeil te controleren, niks mis mee, koelvloeistof was ruim voldoende en ook remvloeistof leek genoeg.
Meer kon ík er niet aan doen.
Arie belde met de mededeling dat Ad mij wel zou bellen als hij meer wist, als zijn telefoon het tenminste deed, dacht ik erachteraan.
Gelukkig deed de radio het wel.
Wordt vervolgd.
Bassie -
-
#
Dinsdag 08 Mei 2007 at 12:51 am
Zes woorden
Kluun daagt schrijvers uit om verhalen van zes woorden te schrijven.
Ik heb er tien bij hem neergezet.
http://ww.kluun.nl/artikel.php?i=405#reageer
Lege glazen
Dwalende gedachten
Verzopen herinneringen
Complete erectie
Doorboord maagdenvlies
Gescheurd condoom
Lege blaadjes
Losse ideeën
Samen leven
Trillende handen
Pillen slikken
Afscheid nemen
Loze gedachten
Eenzame nachten
Langer wachten
Ongelukkige jeugd
Doe haar deugd
Levensvreugd
Dikke tranen
Zere knie
Kusje erop
Snelverkeer
Heen en weer
Fileleed geleden
Liefde geven
Liefde krijgen
Liefde beleven
Voetbalvandalisme
Terrorisme
Fascisme
Racisme
Materialisme
Realisme
Toen vond Karel het wel genoeg.
Wordt vervolgd.
Bassie -
-
#
Zaterdag 05 Mei 2007 at 12:12 am
Karel deel 63
Voor een keer is geen probleem maar als je regelmatig in de file staat ga je het op een zeker moment toch wel heel erg missen.
Ik heb het over muziek.
Vergis je niet, ik ben heel blij met het koffiemolentje, het karretje brengt me braaf waar ik heen wil zonder ooit te protesteren.
In de file pruttelt het braaf z’n eigen deuntje.
Ik ken het geluidje en het geeft me een goed gevoel maar ik ben het zat om zelf te moeten zingen.
Ik wilde gewoon een béétje muziek, een radiootje, er hoefde beslist geen cd-speler in.
In de grote stad loop je dan het risico dat je raam wordt ingeslagen en je radio op zo’n manier uit je autootje wordt gesloopt dat je meer schade heb dan je hele radio waard is.
Een ouderwetse cassettespeler, daar zag ik wel wat in.
Ik heb nog een lade vol heerlijke bandjes.
Ik belde mijn zwager, hij behoort tot het type mens dat een zolder vol rotzooi heeft waar ook nog wel eens wat goeds tussen kan zitten.
Ik ben voor het geluk geboren, een schot in de roos was het.
Jawel, een zo goed als nieuwe had ‘ie nog.
Alleen had hij geen tijd om hem er in te zetten voor me, dat was wel jammer.
Op een zaterdag vond ik mijn buurman bereid om het ding in te bouwen, na een uurtje of twee ging ik eens bij hem kijken.
Het ging niet zo lekker zei hij, hij mopperde wat en zei dat ik hem maar moest laten gaan.
Ik droop af.
Aan het eind van de middag ging de bel, het was de buurman, een teleurgestelde uitdrukking op zijn gezicht, hij gaf me de autosleutel en vertelde dat de radio helemaal geen geluid voortbracht.
Hij gaf het op voor die dag.
Een week later belde de buurman dat hij zelf nog een radiootje had met cassettespeler.
Vol enthousiasme ging hij aan de gang, drie uur later stond hij voor m’n deur.
Hij vertelde dat de radio zeker twee minuten had gespeeld en er toen spontaan mee stopte.
Duizend excuses maakte hij, ik vond het niet nodig, ik was ervan overtuigd dat de man had gedaan wat ‘ie kon.
Een beetje muziek was me schijnbaar niet gegund.
Ik besloot me in mijn lot te schikken tot vorige week het tóch weer begon te jeuken.
Ik gooide een balletje op in de kroeg en dat moest natuurlijk goed gaan, Arie wist iemand, die had vast nog wat leggen.
Dan moest ik natuurlijk die jongen wat gunnen en hem de radio laten inbouwen.
Dát leek me vanzelfsprekend.
Arie ging bellen.
De volgende dag kon ik me bij de loods van Arie vervoegen, de radiomonteur was er nog niet toen ik kwam.
Of ik een biertje wilde, vroeg Arie, Roy zat er ook en het was reuze gezellig.
Halverwege het biertje kwam de boomlange magere knul de loods binnen.
Hij heette Ad.
Hij had een mooie radio/cassttespeler in zijn hand, zo één waar je een kaartje in moest doen, zonder kaartje zou hij niet spelen en ook niet gejat worden.
Ik vond het prima, hij ging aan de slag.
Twee uur later had ik muziek in de auto, Ad vroeg 50 euro, ik betaalde met plezier.
De zon scheen, de ramen stonden open en June Lodge zong ‘Someone loves you honney’ vanaf de cassette.
Roy en ik brulden mee, ik parkeerde de auto vlak voor de open deur van de kroeg en zette het volume nog iets harder.
Ook Frans zong mee vanachter de bar terwijl hij een duim omhoog stak.
Op het terras gleed het ene na het andere biertje naar binnen.
Ik liet de auto staan en ging lopend naar huis.
Karel was licht ontstemd leek het wel.
Wordt vervolgd.
Bassie -
-
#